Op 1 juli 2019 moeten 125.000 bedrijven en organisaties aan de overheid laten weten welke maatregelen zij hebben getroffen om energie te besparen. Dit kan via het eLoket van de RVO.
Informatieplicht
Sinds 2008 geldt de energiebesparingsverplichting, destijds opgenomen in het Activiteitenbesluit milieubeheer. Bedrijven en instellingen die meer dan 50.000 kWh of meer dan 25.000 kubieke meter gas (of equivalenten) gebruiken, moeten energiebesparende maatregelen treffen, die zich bovendien binnen vijf jaar terugverdienen.
Voor deze bedrijven en instellingen geldt ook de informatieplicht, tenzij:
- Ze minder dan de genoemde hoeveelheden energie gebruiken
- Ze in de glastuinbouw actief zijn en deelnemen aan het CO2-vereveningssysteem
- Ze deelnemen aan het Europese Broeikas Emissiehandelssysteem (ETS)
- Ze zogenoemde type-C-bedrijven zijn (vergunningplichtig)
- Ze deelnemen aan het Convenant Meerjarenafspraak energie-efficiëntie
Erkende maatregelen
Om aan de energiebesparingsverplichting te kunnen voldoen zijn erkende maatregelen (EML) opgesteld. Als een inrichting alle maatregelen treft die van toepassing zijn, wordt aan de verplichting voldaan.
Informatieplicht
Een bedrijf kan op de lijst met erkende maatregelen aankruisen welke van toepassing zijnde maatregelen zijn genomen. Wanneer in plaats van erkende maatregelen wordt gekozen voor alternatieve maatregelen, moeten deze net zo veel of meer energie besparen. Wanneer er geen erkende maatregelenlijst beschikbaar is voor bedrijven, kunnen zij alle getroffen maatregelen met een terugverdientijd van vijf jaar of minder opgeven.
Let op: bedrijven die auditplichtig zijn onder de Europese Energie-Efficiency Richtlijn (EED) hebben tot 5 december 2019, de deadline van hun audit, de tijd om te informeren.
Voldoen aan de informatieplicht
Maatregelen kunnen naar verwachting vanaf half maart 2019 worden doorgegeven via het eLoket van de RVO. Daarvoor is eHerkenning benodigd: de informatie wordt door de RVO één op één doorgezonden aan het bevoegd gezag voor de inrichting. Het bevoegd gezag bepaalt vervolgens wie wordt gecontroleerd; vooral de inrichtingen die niets hebben ingevuld of niet aan besparing doen, worden gecontroleerd. Bij deze controle maakt het bevoegd gezag afspraken met een bedrijf: hoe het alsnog aan de verplichtingen kan voldoen. Mocht een ondernemer nog steeds niet willen meewerken, dan behoort een dwangsom tot de mogelijkheden.